In dit blog lees je:
- Hoe je het minste valt tijdens het crossen.
- Je het snelste door de bochten fietst.
- Hoe hard je jouw banden moet zetten.
Het wegseizoen is al ten einde en de dagen worden steeds korter. Het fietsen op de weg wordt door de koudere temperatuur steeds minder aangenaam. Er zijn verschillende manieren om de conditie ook in de wintermaanden op pijl te houden. Maar om het cyclocrossen zo makkelijk mogelijk te laten verlopen geven wij enkele tips voor het cyclocrossen. Naast dat deze tips jou een betere crosser maken. Zal het hebben van meer techniek op de fiets je ook helpen om beter en veiliger van een berg af te fietsen.
Cyclocrossen als alternatief voor wegwielrennen en spinning
Zo kan je natuurlijk drie keer in de week gaan spinnen. Maar waarschijnlijk gaat dit na drie weken wel vervelen. Om de verveling tegen te gaan is het aan te raden verschillende disciplines met elkaar af te wisselen. Één leuke en uitdagende discipline is bijvoorbeeld veldrijden. In het veldrijden komen de onderdelen kracht, tactiek en techniek allemaal bij elkaar. Om het veldrijden gemakkelijker te maken hebben wij voor jou een aantal tips op een rijtje gezet.
-
Bandenspanning
Nog belangrijker dan bij het fietsen op de weg is de bandenspanning. Dit doordat je met een te hoge bandenspanning vaak wegglijdt en met een te lage bandenspanning daarentegen rijdt je snel een stootlek.
Iedere band heeft een andere breedte en heeft een andere minimale en maximale druk. Kijk daarom goed op de zijkant van de band wat het minimale is. Zet de band op de minimale druk en rijdt een rondje. Voel de het wiel als nog glijden dan kan je er (geheel op eigen risico) voor kiezen om de band nog net iets zachter te zetten. Als je de band zo hard mogelijk indrukt het je hand, is het de bedoeling dat je de velg kan raken. Om altijd dezelfde spanning in de banden te hebben kan je het beste gebruik maken van een fietspomp met een drukmeter.
Door het verzachten van de bandenspanning verhoog je de grip, maar verhoog je ook het risico op een lekke band. Ook zit er een verschil tussen een traditionele binnenband en een tube (de band waar de profs mee fietsen.
-
Achterop het zadel en stuur los
Met veldrijden moet je vaak door de modder of het zand. Het is belangrijk om dan het gewicht te verplaatsen naar achterop het zadel. En het stuur los in de handen te houden. Door achterop het zadel te zitten voorkom je dat je over de kop vliegt, lek rijdt en te veel afremt. Het stuur losjes in de handen houden zorgt ervoor dat de fiets zijn “eigen” weg zoekt. Dit is meestal de weg van de minste weerstand.
-
Remmen en trappen
Je kan heel snel op een bocht afkomen en hierdoor flink moeten remmen. Het is belangrijk om niet (te hard) in je voorrem van de fiets te knijpen, hierdoor zal je voorwiel snel onder de fiets vandaan vliegen, waardoor je valt.
Een andere tip voor het cyclocrossen is dat je altijd moet blijven trappen.. Zelf als je remt. De blijven trappen zorgt ervoor dat de grip op je achterwiel blijft. Verder is het gemakkelijker om aan te zetten vanuit en bocht.
-
Versnellingen
Trap niet te zwaar, maar houd je omwentelingen. Door lichter te trappen zal je sneller kunnen aanzetten na een bocht of een hindernis. Het is echter wel belangrijk om de fietsketting in een rechte lijn te houden. Dit doordat de derailleur gemakkelijk volloopt met modder. Als de derailleur is vast gelopen en de ketting staat op een licht verzet en schuin. Dan raakt deze snel in het achterwiel waardoor je pad afbreekt en de derailleur van de fiets af zal liggen.