Tips voor bij het afdalen op de fiets

In dit blog lees je:

• Hoe je snel en veilig afdaalt.
• Welke bandendruk het beste is.
• Je de fiets stijver maakt.
• Welk materiaal je op orde moet hebben.

Het klopt dat je sneller daalt door op de bovenbuis van je fiets te gaan hangen en met je neus op het stuur gedrukt. Dit heeft allemaal te maken met het frontale oppervlakte dat bij deze houding geminimaliseerd wordt. En we weten dat iedereen het liefst zo snel en veilig mogelijk naar beneden gaat. Daarom volgen hieronder tips voor het afdalen op de fiets.

Rem geleidelijk tijdens een afdaling op de fiets.

In iedere afdaling zitten wel een aantal bochten waar je hard moet remmen. Het is belangrijk dat je niet op het laatste moment gaat remmen. Want door op het laatste moment te remmen kan de remrand van je velg te warm worden, waardoor de binnenband klapt. Daarnaast slijten de remblokken vele malen harder bij remmen op het laatste moment en je zal ook minder hard door de bochten gaan doordat je te veel vaart verliest. Dit betekent dat je op het volgende rechte stuk dan weer een stuk slomer zult gaan.

Geleidelijk remmen met velgremmen zorgt er dus voor dat je sneller en veiliger naar beneden zult gaan. Maar hoe zit dit dan met schijfremmen? Wanneer je gebruik maakt van schijfremmen kan de velgrand niet meer te warm worden door het aan één stuk blijven remmen. In plaats daarvan zal de remschijf heel warm worden. Het is daarom niet aan te raden om de schijfremmen direct na het fietsen aan te raken. Dit kan namelijk zorgen voor lelijke brandwonden. Maar ook wanneer je gebruik maakt van schijfremmen is het aan te raden om niet aan één stuk door te remmen. Dit zorgt ervoor dat de handen snel verkrampen en de snelheid veel lager zal liggen dan als je geleidelijk zal remmen. Ook remmen de schijfremmen slechter wanneer deze te maken hebben met een oververhitting. Dus blijf altijd remmen met tussen pauzes.

Neem de juiste positie op de fiets aan

Carbon is een stijf materiaal maar door lichaamsbeweging van de bereider en de snelheid kan het voorkomen dat een fiets minder stijf wordt in de afdaling. Dit kan voor een wiebelig en onwennig gevoel geven.

Om de stijfheid van de fiets te verhogen kan je, je bovenbenen tegen het frame klemmen. Zo voorkom een wiebelig gevoel wat veroorzaakt wordt door de lichaamsbeweging. Als fietser heb je minder angst en zal je dus harder naar beneden durven te rijden.

Bouw genoeg veiligheid in

In een afdaling haal je al gauw snelheden van 70 kilometer per uur. Daarbij komt nog eens dat de zwaarte kracht de remweg langer maakt dan je gewend bent. Op de andere weghelft komen voertuigen ook al snel met een snelheid van 50 kilometer per uur aan. Dit maakt dat jij als fietser het voertuig al gauw met ruim 35 meter per seconde nadert.

Vaak heb je in afdalingen bochten zonder zicht. Hierdoor weet je dus niet of er verkeer komt van de andere kant. Mocht er toch verkeer komen dan zie je dit pas op het alle laatste moment. En dit is vaak al te laat om te reageren. En ja tegenwoordig rijdt bijna iedereen met een schijfrem en de remweg is dan inderdaad korter dan voorheen. Maar zelfs met schijfremmen ben je nog te laat om te remmen. Het gevaar is zelfs dat je te abrupt remt en zelfs over de kop kunt slaan. Daar daarom altijd op een gepaste snelheid af. Het is niet erg om eens wat rustiger af te dalen dan die ene wielrenner die jou voorbij komt. Want hard naar beneden gaan kan iedereen. Alleen moet je genoeg risico’s willen en durven nemen. Wanneer je in de Tour de France zit en je weet zeker dat de gehele weg is afgesloten. Begrijpen wij dat je veel risico’s neemt. Hierbij komt ook nog eens kijken dat de renners in een wedstrijd enkele motoren en auto’s voor zichzelf hebben. Aan deze voorliggers kunnen de renners al zien hoe een bocht loopt. Dit alles heb je niet tijdens jou vakantie in de bergen, dus neem geen risico en zorg dat je veilig thuis komt.

Zorg voor de juiste bandendruk

Een belangrijk onderdeel van de fiets zijn de banden. Vooral als je gaat dalen is het belangrijk om op deze op de goede spanning te zetten. Door te fietsen met te zachte banden kan je gemakkelijk een stootlek rijden. Dit is als de binnenband klem komt te zitten tussen de velg en buitenband. Door een gebruik te maken van een goede fietspomp weet je exact hoeveel druk er in de fietsbanden zit. Verder zijn er nog een aantal punten waarom je zal moeten letten bij het kopen van een goede fietspomp.

Dit betekent echter niet dat je de banden oneindig hard moet oppompen. Een standaard regel om te bepalen hoe hard je de band moet oppompen is de 10% regel. De regel zegt normaliter dat je de banden moet oppompen op 10% van het lichaamsgewicht. Hierbij geldt overigens wel een minimum van 5 bar en een maximum van 8 bar. Ook de breedte van de fietsband beïnvloed de luchtdruk. Dus hoe breder de fietsband des te zachter jij de fietsbanden zult zetten. Vroeger maakte de meeste wielrenners maken gebruik van fietsbanden met een breedte van 23 millimeter. En op deze breedte is de onderstaande tabel dan ook van toepassing. Tegenwoordig zien wij steeds bredere fietsbanden op de racefiets. Daarom leggen wij jou ook meteen uit hoe je onderstaande tabel kan omrekenen naar de breedte van jouw fietsband.

Hoeveel druk in een bredere fietsband?

De omtrek van de fietsband met een wielmaat van 28 inch is altijd 622. Doe deze 622*23= 14.306 en je de fictieve inhoud van de luchtdruk. Wanneer je van 23 millimeter fietsbanden naar 25 millimeter fietsbanden overstapt doe je de formule 622*25 = 15.550.

Wanneer je 14.306 / 15.550 = 0,92. Het is dus te stellen dat je even veel druk in de fietsband zet als je 8% minder zet als je de fietsband 8% minder hard oppomp. Zo zal 8 bar bij een 23 millimeter fietsband hetzelfde voelen als 7,36 band bij een fietsband met een breedte van 25 millimeter.

Minimum           –             6 bar
Maximum          –             8 bar

Bandendruk bij slechte weersomstandigheden = lichaamsgewicht  – 0,5 bar
Bandendruk bij een slecht wegdek = lichaamsgewicht – 0,5 bar
Bandendruk voor tijdens het afdalen = lichaamsgewicht – 0,5 bar

Lichaamsgewicht
50 kg     –             6 bar
70 kg     –             6,5 bar
75 kg     –             7,5 bar
90 kg     –             8 bar

De bovenstaande tabel is gebaseerd op fietsbanden met een breedte van 23 millimeter.  Maak je gebruik van fietsbanden met bijvoorbeeld een breedte van 25 millimeter? Dan kan je ervoor kiezen om de bovenstaande formule standaard -8% bar te doen. De breedte van de fietsband zorgt er namelijk voor dat de druk in de banden minder hoog hoeft te staan om hetzelfde effect te bereiken.

Echter hebben we het in deze blog over tips voor bij het afdalen op de fiets. Doordat er tijdens het afdalen veel druk op de wielen en banden wordt uitgeoefend raden wij aan om de bandendruk iets lager te houden dan als je rechtdoor op een vlakke weg in de polder zou gaan fietsen. Een lagere druk in de banden bevorderd namelijk de grip en het comfort op de weg aanzienlijk. Zo kan je sneller maar ook zeker veel veiliger afdalen op de fiets. hierbij veel druk op de banden komt te staan adviseren wij ook om bij het afdalen – 0,5 bar toe te passen. Zo houdt je een betere grip en daal je zelfverzekerder.

Draadbanden VS tubes?

Ben jij benieuwd geworden naar het verschil tussen tubes en draadbanden? Lees dan snel wat het verschil tussen een tube en draadband is.. Hier leggen wij jou uit wat het verschil is tussen de banden waarmee de profs rijden (tubes) en de fietsband om jouw racefiets. Ook hoor je tegenwoordig steeds vaker dat er gebruik gemaakt wordt van tubeless fietsbanden. De voordelen hiervan leggen wij jou ook graag in hetzelfde blog.